Reinier Sonneveld Zoeken naar wijsheid, zorgen voor je ziel
menuAtheïstenkerk is nuttige hype
26 oktober 2014
Men zit in rijtjes. Er wordt gezongen. Er is een preek. En een collecte. Met koffie achteraf. En het heet ‘Sunday Assembly’: zondagse samenkomst. Dat doet toch ergens aan denken?
Nou ja, alleen God, Jezus en Bijbel worden niet genoemd…
Welkom in de ‘atheïstenkerk’! Het begon vorig jaar in Londen op initiatief van twee cabaretiers; de maandelijkse bijeenkomsten werden goed bezocht. Sindsdien zijn er wereldwijd zo’n tachtig bij gekomen, sinds kort ook in Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Apeldoorn.
Dat is een fraaie groeicurve, die zelfs onwillekeurig aan de vroege kerk of eerste islam doet denken. Ook de media doken er meteen bovenop, al was het maar omdat het zo nieuw en vreemd klonk. De suggestie is telkens dat dit een grote trend is en de toekomst heeft – de nagel aan de doodskist van de kerk.
Dat is onterecht. Als gelovige zie ik deze hype vooral als een compliment. Blijkbaar doen we als kerk toch íéts goed, dat er zoveel uit te kopiëren valt.
Dat een volledig seculiere generatie samenzang en de preek herontdekt, zegt iets over de kracht van die oude vormen. Christenen zijn al ruim een eeuw cultuurvolgend met onze gospelrock en dergelijke en het is grappig dat de rollen nu eens zijn omgedraaid.
Hoewel, je kunt ook te véél van de kerk willen overnemen: na een halfjaar was de eerste afsplitsing van de Sunday Assembly al een feit.
Ook de inhoud van de samenkomsten doet verrassend ‘christelijk’ aan. Zeker, alle bovennatuurlijke begrippen zijn geschrapt, maar de waarden die worden uitgedragen, zijn prachtig: ‘Leef beter, help vaker, verwonder je meer’ is het motto. Als gelovige zie ik daar ‘algemene genade’ in: waar mensen zulke mooie doelen nastreven, moet God wel bezig zijn. God is niet afhankelijk van ons besef van hem om toch ergens te werken.
Er is bovendien niet eens een taboe op dat bovennatuurlijke. Daar ging die eerste ‘kerkscheuring’ ook over: sommigen vonden de toon veel te vriendelijk en wilden militanter worden. De Sunday Assembly bleef echter het bovennatuurlijke niet zozeer ontkennen, maar eerder negeren. ‘Agnostenkerk’ lijkt me dan ook een preciezere benaming.
Hoe sympathiek deze beweging ook is en hoe prachtig haar idealen zijn – het is een hype. Het klinkt misschien zuur en ik wens de organisatoren anders toe, maar de Sunday Assembly zal het slechts een paar jaar uithouden.
Hét probleem is het missen van een unique selling point. Waarin is de Sunday Assembly nu echt onderscheidend? Wat daar gebeurt, vind je ook bij bijvoorbeeld een cabaretavondje, een TEDx-meeting of een Universiteit van Nederland-college.
Het succes ligt momenteel in de mediagenieke presentatie en de klinkende frase ‘atheïstenkerk’, maar dat effect is op een dag uitgewerkt. En dan? Wat als de gimmick ervan af is?
In de reacties op internet zie ik vier motieven die mensen zelf aangeven waarom ze komen: nieuwsgierigheid, entertainment, gezelligheid en inspiratie.
Die nieuwsgierigheid is snel bevredigd en de rest kun je uitstekend elders vinden, in overvloed, zeker in de grote steden waar juist deze Sunday Assembly’s zich vestigen. De vraag blijft daarom welk ‘extra’ deze bijeenkomsten bieden, los van de kortstondige mediahype op dit moment. Is deze ‘agnostenkerk’ niet gewoon een zoveelste takje aan het uitwaaierende aanbod aan vermaak en bezinning dat in de grote steden al overal is te vinden? Hoe kan het kwaliteit blijven bieden zonder subsidies en toegangsprijzen?
Ik heb daarom naar andere, meer onderhuidse motieven zitten zoeken. Misschien speelt voor sommige ex-gelovigen een zeker heimwee mee; men wil het fijne zingen in de kerk van de jeugd herbeleven. Ook zal helpen dat het gratis is, bovendien op zondagochtend, het ‘leegste’ dagdeel van de week.
Maar ook dit soort motieven zijn te klein om een organisatie werkende te houden. Daar is een positief, groot en samenbindend verhaal voor nodig, en dat is precies wat de Sunday Assembly niet kan bieden.
Het atheïsme heeft nergens nog organisatiekracht. Er is de afgelopen jaren een paar keer een nationale Atheïsmedag geweest, waar dan een clubje boze grijze heren verscheen, maar die zijn daar inmiddels ook mee gestopt. Een willekeurige kerkdienst trekt meer bezoekers, wekelijks en op duizenden plekken tegelijk.
De Sunday Assembly doet me daarom denken aan de beatmis en de jeugdkerken, ook ‘opgehipte’ kerkvormen – hoewel nadrukkelijk mét God – die vrij snel verdwenen. De reden was deels de zware organisatiedruk: elke keer onbezoldigd een sterke show in elkaar zetten, dat houd je niet lang vol. De andere reden is dat de kerk deze nieuwe vormen annexeerde.
Een aantal missionaire initiatieven zijn nu al bezig op de Sunday Assembly-trend in te spelen. Dat is precies de rol die de Sunday Assembly binnen Gods grote koninkrijk heeft: het is een kritische reactie op de kerk, waarvan de kerk kan leren.
Want de vraag die de ‘traditionele kerk’ voor de kiezen krijgt is: zijn wij werkelijk gastvrij voor zoekers? Het verdrietige antwoord is: nee, dat zijn wij niet, 95 procent van onze diensten, daar snapt de gemiddelde zoeker weinig van en hij of zij voelt zich er niet welkom.
Ik bid dat dit over een paar jaar, als de Sunday Assembly zal zijn verdampt, 90 procent is.
(Eerder verschenen als opinie-artikel in het Nederlands Dagblad.)