close

Creationisten menen dat je schepping en evolutie niet kunt combineren en daarom lezen ze Genesis 1 en 2 alsof dat een journalistiek verslag is. Ze begeven zich op een glijdende schaal. Want stel dat ze deze overtuiging uitbreiden en ook toepassen op andere gebieden?

1. Christenen nemen wetenschap serieus. We stappen in een vliegtuig en nemen aan dat die in de lucht blijft. We gaan ervan uit dat de ingrediënten op de verpakking kloppen en veilig zijn. We gebruiken internet. De hele dag door vertrouwen we blindelings de resultaten van degelijk wetenschappelijk onderzoek. Creationisten maken hier echter in een enkel specifiek geval een uitzondering op: hoe de wereld en het leven is ontstaan. Daar begint plotseling een diep wantrouwen. Terwijl ze gewoonlijk mee gaan in de consensus en de overgrote meerderheid van de wetenschappers, bestrijden ze die hier plotseling. Waar eindigt dit? Waarom zouden ze niet ook gaan beweren dat de wereld plat is of dat we niet meer in een vliegtuig kunnen?

2. Christenen geloven dat God mensen niet misleidt. Hij kan zich verbergen en laat zich niet vastpinnen, maar hij liegt in elk geval niet. De Bijbel is betrouwbaar en ook hoe God zich verder openbaart, hoewel dat ingewikkelder en vager is. Omdat de overgrote meerderheid van de onderzoekers, ook de gelovigen onder hen, een overweldigend bewijs ziet voor de oerknal- en evolutietheorie, hebben creationisten hier een probleem. Volgens hen is de wereld in zes dagen geschapen. De wereld ziet er dus wel uit alsof die miljarden jaren oud is, maar eigenlijk is dat niet zo. Creationisten moeten dus wel aannemen dat God actief de waarheid over de schepping verstopt. Maar waarin heeft God dan nog meer ons misleidt? Is er nu opeens ook van alles in de Bijbel niet waar?

3. Christenen, waaronder creationisten, geloven meestal dat God zich niet bewijzen laat. Er kunnen wonderen gebeuren, maar die vormen nooit een onweerlegbaar argument voor het bestaan van God. God werkt in het verborgene, via de gewone natuurwetten. Het vreemde is dat creationisten hier opeens een uitzondering in maken als het gaat om de geschiedenis die ver achter ons ligt. Daar zou God zich dan opeens wel zichtbaar en narekenbaar maken. Dit is een linke manier van denken, want moet God straks dan overal op die manier werken? Is alleen iets van God als het een doorbreking van de natuurwetten vormt? Mag God straks nergens meer ‘via’ werken?

4. Christenen houden rekening met de cultuur waarin een Bijbeltekst tot stand is gekomen. Niemand gelooft dat er een schaal met regenwater boven de aarde hangt of dat de aarde op pilaren staat. Niemand gelooft dat mosterdzaad het kleinste soort zaad is en tot de grootste boom uitgroeit. Toch staat dat letterlijk in de Bijbel. We zijn echter gewend te beseffen dat ze toen een ander wereldbeeld hadden en dat de huidige wetenschap onze kennis van de wereld kan verbeteren. Creationisten doen dit gewoonlijk ook – alleen niet bij de eerste twee hoofdstukken van de Bijbel. Die lezen ze opeens alsof die door een moderne Nederlander geschreven zou zijn. Daarmee begeven ze zich op een glijdende schaal, want moeten we dan ook al die andere teksten zo lezen? Moeten we vanaf nu geloven dat de aarde op pilaren staat?

5. Christenen beseffen dat God zich altijd moet aanpassen aan de cultuur van de mensen met wie hij omgaat en in wie hij werkt. Hij moet zichzelf vertalen. Daarom is er ook een ontwikkeling in de Bijbel en kun je de boeken van voor Jezus’ komst in zekere mate verouderd noemen. Ze zijn nog steeds relevant, maar in diverse opzichten weten we meer of beter. Wat zou Jezus ook voor betekenis hebben als hij niet werkelijk iets nieuws kwam brengen? Toch vergeten creationisten bij twee hoofdstukken in de Bijbel opeens deze leesregel. Daarin zou God zich een stuk onvertaalder uiten dan we gewoonlijk aannemen. Dat is link, want hoeveel moeten we dan opeens óók zo onvertaald lezen? Moeten we straks ook diverse passages uit het Oude Testament letterlijk overnemen?

Go top