close

Luister hier een radio-interviewtje dat ik over deze blog deed.

Mijn vrouw en ik maken in december altijd de balans op, letterlijk, om te bepalen wat we dit jaar zullen doneren. Omdat we allebei zelfstandig ondernemer zijn wisselt ons inkomen sterk, dus van tevoren kunnen we niet bepalen wat een tiende is.

Ik hecht aan die tiende, om allerlei redenen, maar eerlijk gezegd vooral omdat het geen negende of achtste is… Het geven blijft een beetje binnen de perken door zo’n regel, net als mijn schuldgevoelens.

Onlangs werd ons geefgedrag op de proef gesteld. Mijn vrouw heeft enige tijd in Costa Rica gewoond en facebookt nog met vrienden daar. Met haar verkering van toen heeft ze nauwelijks contact, tot hij plotseling een berichtje stuurde. De eerste was vrij informeel, maar bij de tweede kwam de aap uit de mouw: zijn dochtertje had zware astma ontwikkeld en had voor 500 dollar medicijnen nodig. Of wij niet… Enfin.

Nu voelde ik enige jaloezie – vreemd, dat je zelfs nog chagrijnig kunt worden om de kalverliefde van je echtgenote – maar dat onderdrukte ik, op m’n allervolwassenst. Ik adviseerde mijn vrouw even door te vragen op waarom hij die 500 dollar niet bij zijn familie of vrienden kon krijgen of desnoods lenen. Costa Rica is inmiddels geen derdewereldland meer, het bedrag was ongeveer een maandsalaris, dacht ik te weten, en hoe lastig zou het voor iemand in ons land zijn om een Nederlands maandsalaris bij elkaar te sprokkelen als de nood echt hoog wordt?

Mijn vrouw vroeg daarop door. Zijn reactie was overladen met vrome woorden. God en Maria in elke zin. Onder al die heerlijke vroomheid vonden we met wat graven zijn antwoord: hij had geen vrienden. Over familie zei hij niets.

Toen begon ik het vervelend te vinden – vast onbewust gestimuleerd door de sluimerende jaloezie. Ik zag op zijn facebook-profiel dat hij veel vrienden had. Nou ja, ‘friends’, maar toch. Ik zag dat hij een auto had. En een baan. En ja, 500 dollar is veel in Costa Rica. Maar het is te doen, zeker als lening. Het is zoiets als 3000 euro hier. Zou ik zelf een miljonair uit een grijs verleden vragen om een donatie van zo’n bedrag als ik in de problemen kwam?

Mijn vrouw was het daarmee eens en legde het aan hem uit. Ze wees er vooral op dat we ons snel aangesproken voelen, maar dat we onze verantwoordelijkheid ook moeten afgrenzen.

De reactie prikte nog eens fijn in ons schuldgevoel – wij waren verwende Westerlingen en God zou ieder het zijne geven – maar ik denk dat we het goede hebben gedaan in dit geval niets te geven. Soms geef je iemand daarmee het meest. Zelfs Jezus genas niet iedereen op aarde, zelfs niet iedereen die hij ontmoette. Onze verantwoordelijkheid heeft een grens, net zoals een tiende gelukkig ook geen negende of achtste is.

Go top