close

Mijn eerste stukje in een echte krant (dus niet de schoolkrant) schreef ik op mijn 17de. Na een uur zoeken vond ik het zojuist terug in de uiterste krochten van mijn computer. Het was geschreven in WordPerfect 5.1 (digitaal gezien een soort Oud-Hebreeuws) en het duurde nog even voor ik een tekstverwerker vond die dat aankon. Maar toen kon ik het lezen. De eerste zin is:

‘Niet alleen in Den Haag is het een hot item, ook in Rotterdam wordt er op gemeentelijk niveau druk over gediscussieerd: mogen winkels op zondag open, of niet?’

Daarna volgde een interview met een dame van het CNV over de ‘24-uurseconomie’. Dat was toen een nieuw begrip. We hebben het over de lente van 1996. Het aardige is dat ik nu kan controleren of de voorspellingen zijn uitgekomen. Deze dame zegt bijvoorbeeld:

‘Als ik niet openga, zal het publiek minder bij mij kopen, maar als de winkel wél opengaat, dan worden de personeelskosten en dergelijk weer veel hoger. Het publiek is uiteindelijk het slachtoffer door de noodzakelijke prijsstijgingen… We gaan Amerikaans leven; het ene gezinslid komt binnen, rukt wat uit de koelkast, stopt wat in de magnetron en is al weer weg als lid nummer twee binnen komt. Daar wordt de maatschappij niet bepaald beter op.’

We zijn nu 17 jaar verder. Inderdaad zijn de winkelstraten op zondag minder stil, gezinnen nog wat onsamenhangender en de kleine middenstand heeft het moeilijk. Maar het beeld dat zij schetst, is nogal apocalyptisch. Achteraf valt het wel mee.

Dat lijkt me een troost voor al die christelijke politici overal in het land – zeker zo na de verkiezingen die toch hier en daar tegenvielen. Je kunt je enorm druk maken over een bepaald besluit. Je bent het er ontzettend niet mee eens, het lijkt je verschrikkelijk voor het land. En dat moet ook, je moet er ook helemaal voor gaan. Maar achteraf zul je merken dat het meestal meeviel. Een cultuur is elastisch. Besluiten verdwijnen in een land als steentjes in een zwembad. Voor de meerderheid is dat frustrerend, voor de minderheid een troost.

Afgelopen zomer zag ik bij Zomergasten een filmpje uit 1999 waarin Frans Bromet (die met die zeurstem) mensen op straat vroeg of ze een mobieltje wilden. Een mobieltje?! Nee, daar wilde niemand aan. Geen haar op hun hoofd. ‘Mensen sturen maar een brief, of bellen naar m’n huis… Ik heb toch een antwoordapparaat?’ Letterlijk citaat.

Zo gezien lijkt het snel te gaan. Maar zo diep gaat deze verandering niet. Werkelijke veranderingen gaan niet in cycli van vier jaar, maar hebben eeuwen nodig. Dat is zo fraai aan een kerk. Die rekent in eeuwen. Lukt het deze eeuw niet? We zien je terug in de komende. Lukt het dan nog steeds niet? Och, we hebben er nog een paar tegoed hoor.

Het heeft lang geduurd voor we Germanen af waren. En dat zijn we nog steeds niet helemaal. Zo zal het ook lang duren voor we christen af zijn. Trek daar maar een paar eeuwtjes voor uit. In het jaar 2099 is de zondag nog steeds rustiger dan de zaterdag.

Go top