close

Het leven is een puzzel, niet waar? En een vreemde ook: het is een puzzel met meerdere oplossingen.

Als ik naar mijn eigen leven kijk, zie ik er twee: straks als ik dood ben, blijkt dat de clou was dat we altijd gedragen zijn door de liefdevolle God. Of ik merk niets. Hoewel ik steeds minder rekening houdt met die mogelijkheid, vliegt het me soms aan: stel je voor dat alles met niets begonnen is, door niets gedragen wordt, in niets zal eindigen…?

Met de gegevens die ik heb, kan ik allebei de kanten op. Er is zoveel lijden in de wereld – er kan geen God zijn die zich werkelijk om ons bekommert, zou je zeggen. Maar dan besef ik weer dat er überhaupt íets is en dan ook nog zo briljant – alles wat bestaat overstemt zo volledig de fractie daarvan dat ellendig is – natúúrlijk is er een God. Hoe zou ik trouwens überhaupt zonder God nog consistent over kwaad kunnen spreken? Is er nog wel echt kwaad denkbaar als we in het niets ronddolen?

5 november 1996 verscheen de bovenstaande kruiswoordpuzzel in de New York Times. Het was een dag voor de presidentsverkiezingen en heel Amerika zou dan kiezen tussen Bill Clinton of Bob Dole. 39 horizontaal vroeg: Kop van de voorpagina van morgen (samen met 43 horizontaal). 68 horizontaal vroeg: Titel van 39 horizontaal volgend jaar.

Het bizarre was: je kon allebei invullen. Bill Clinton of Bob Dole, allebei was goed.

Daarvoor waren er nog wel zeven andere dubbelzinnige aanwijzingen nodig. Bij verticaal stond bij 39: zwart Halloween-dier, 40: Frans basiswoord, 41: afkorting voor iets dat ondersteuning biedt, 23: kun je kopen in de naaiwinkel, 27: korte geschriften, 35: rondtoeteren, 42: politiek gevoelige afkorting.

Al deze zeven omschrijvingen hadden twee mogelijke antwoorden, die je bovenaan de pagina ook kunt nagaan. 6 november 1996 wisten de lezers van de New York Times welke oplossing de juiste was, maar toen deze puzzel verscheen nog niet. Ik denk: we leven al vele eeuwen op 5 november 1996, maar ooit komt de jongste dag, en dan weten we het antwoord.

Go top