Reinier Sonneveld Zoeken naar wijsheid, zorgen voor je ziel
menuKleine scheppertjes
23 december 2016
Heeft God de mens gemaakt, of andersom, heeft de mens God gemaakt?
Een van de beroemdste schilderijen ter wereld geeft een verrassend antwoord. Michelangelo voltooide in 1511 zijn ‘De schepping van Adam’. Het beeld van die twee vingers die elkaar bijna raken is een icoon. Op internet vind je talloze variaties, met een robotvinger, een Marsmannetje-vinger, een Chimpansee-vinger, enzovoorts.
Het beeld bevat een geheime boodschap. Michelangelo heeft God bewust in de vorm van een menselijk brein geplaatst. De contouren kloppen, dat zie je hierboven al meteen, maar als je het nadert bestudeert, hekren je ook diverse anatomische details.
Dat groene kleed vormt de zenuwkluwen die het ruggenmerg in duiken. Dat bungelende been onderaan is de centrale bloedbaan. Het achterhoofd van God is de zogeheten ‘centrale groeve’. Die inkeping in het kleed bij Gods oksel is de andere belangrijke groeve, die van Sylvius. Dat knietje daaronder is een andere opvallende plek in je brein: waar de zenuwbanen van je ogen kruisen.
Interessanter is dat alle gezichten in de hogere hersenfuncties zitten, de lijven in de lagere en de benen in de laagste functies, ons ‘reptielenbrein’. En God prikt door de frontale kwab heen, waar ons redelijk denkvermogen en onze creativiteit zetelen.
Toen ik hierover twitterde, suggereerde een wetenschapsjournalist dat de mens God geschapen heeft. Ik reageerde dat niet iedereen een Westerse, moderne academicus is.
Michelangelo was uitermate intelligent en belezen. Het putte uit de recente Middeleeuwse filosofie die een verband zag tussen de goddelijke Geest en de menselijke geest. Je kunt het menselijk bewustzijn niet verklaren zonder een eeuwig Bewustzijn. Dode materie kan geen bewustzijn voortbrengen.
Zo zag Michelangelo een link tussen zijn activiteiten nu hij dit schilderij maakte, en wat God in den beginne aanving. Ook hij bracht iets tot stand dat een eigen ‘leven’ zou gaan leiden. Een Schepper kan niet anders dan kleine scheppertjes maken. En zelfs wat deze kleine scheppertjes voortbrengen – woorden, gesprekken, gebouwen, cultuur, kunst – ook dat is zelf weer een ‘scheppertje’: het brengt in ons nieuwe gedachten op gang.
Leven is een voortdurend scheppen en geschapen worden.