close

Ik noemde al de 10 ergste schrijfadviezen die ik hoorde, nu de 10 waarvan ik gemerkt heb dat ze werkelijk een tekst doen bloeien.

1. Leg mondeling uit wat je bedoelt

Vertel aan je lief of een vriend wat je wil vertellen. Meestal merk je al pratende dat het helder voor je wordt, zeker omdat je het vragende gezicht van de ander moet doorstaan. Het werkt uitstekend om een paar keer je zin te beginnen met: ‘Maar wat ik eigenlijk wil zeggen is…’ En verras jezelf met wat er dan volgt. Vaak is dat een zin die je kunt gebruiken en alles in je tekst op z’n plek laat vallen.

2. Schrijf zoals je praat

Je gaat achter de de tekstverwerker zitten en komt in ‘andere stand’. Je gaat, simpel gezegd, moeilijk doen. Je klinkt opeens een stuk intellectueler en deftiger dan in het dagelijkse leven. Ik kan je beloven: het klinkt pseudo-intellectueel en net-niet-deftig. Gebruik geen ‘toontje’ in je tekst. Houd het zo dicht mogelijk bij je normale manier van spreken. Dat kun je heel letterlijk nemen: vertel hardop wat je wil zeggen, neem dat op en typ het over. Veel kans dat je tekst enorm is opgeknapt.

3. Feed your darlings

Het bekendste schrijfadvies is: Kill your darlings. Dat klinkt reuzeprofessioneel: je weet jezelf te beheersen, je kunt snoeien. Maar het is calvinistische prietpraat. Het is juist je begeestering dat je voedt als schrijver. Zonder woede, liefde, angsten, enzovoorts worden je woorden als de huid die een slang achterlaat: een vage herinnering aan het leven dat had kunnen zijn. Zoek juist je darlings op, leer ze kennen, versier ze, vul een harem met ze. Als schrijver leef je voor je darlings.

4. Schrijf over iets waar je iets bij voelt

Niet schrijven over de emoties zelf, maar een onderwerp waar jij emoties aan koppelt. Een tekst krijgt pas bloed als jij er iets bij voelt. Bij voorkeur sterk iets bij voelt. Het mooiste werkt enthousiasme. Zeg eens tegen jezelf: ‘Wat ik werkelijk helemaal fantastisch vind is…’ Wat je dan invult, schrijf daarover. Woede kan ook werken. Zeg en vul aan: ‘Wat ik werkelijk verschrikkelijk vind is…’ Of angst natuurlijk: ‘Wat ik werkelijk doodeng vind is…’ Als je tekst saai is, zoek dan ook de emotie op. Waar zit je gevoel? Waarom vind je dit zo belangrijk? Begin daarmee te schrijven en je tekst krijgt een blos op de wangen.

5. Gebruik vergelijkingen

Vergelijkingen zijn als een zaklamp: het belicht kanten van iets die je eerst niet goed kon zien. Vergelijkingen zijn als een rode lap voor een stier: de hoorder ziet even niets anders meer. Vergelijkingen zijn als een valse noot in een muziekstuk: je kunt de rest nog zo mooi spelen, maar mensen herinneren zich dat ene moment. Vergelijkingen zijn als de koekoek uit de klok: ze trekken de aandacht op het goede moment. Vergelijkingen zijn als vergrootglazen: alle aandacht gaat naar een detail.

6. Zeg ook wat het niet is

Soms moet een auteur vooral eens zeggen wat hij of zij wel vindt: diegene lijkt alleen maar overal op tegen. Vaker is het andersom: je hoort niets over de keerzijdes. Terwijl dat vaak veel kan verhelderen. Wie zegt: ‘Ik houd van de zomer’, is veel minder informatief als wie zegt: ‘Ik houd van de zomer en niet van de winter.’ Het meest informatief is het als je ‘nee’ verrassend is: ‘Ik houd van de zomer, maar niet van de zon.’ Kijk, dan ontdekken we iets en worden we wakker.

7. Vervang jargon

Jargon zijn alle woorden en uitdrukkingen die vrijwel uitsluitend een bepaalde subcultuur of beroepsgroep gebruikt. Het functioneert meestal als plaatselijke afkorting om iets ingewikkelds dat vaak terugkeert snel uit te drukken. Hij deed de flip-flop. Dat is een stuk korter dan die hele beweging vertellen. Binnen een subcultuur werkt dat uitstekend, maar erbuiten voelt de lezer zich buitengesloten.

8. Praat (in je hoofd) tegen je nichtje of neefje

Stel je voor dat je je onderwerp aan iemand van, zeg, vijftien jaar moet uitleggen. Hoe zou je dat aanpakken? Waar zou je beginnen? Hoe zou je diegene interesseren? Welke kritiek zou diegene hebben? Maak het zo concreet mogelijk: kies iemand die je ook echt kent en regelmatig spreekt. Zo kun je ook naderhand je tekst door: bij welke woorden en zinnen zou diegene afhaken? Hoe zou je het anders moeten zeggen?

9. Eer je onderwerp

Als schrijver dien je je onderwerp. Het gaat niet om jou. Nooit. Zelfs als het over jou gaat – dan ben jij het onderwerp. Je verafgoodt je onderwerp. Je doet er alles voor om het te laten schitteren. Niets anders is belangrijk, zeker niet jouw ego. Alles mag dan ook over jouw tekst gezegd worden, als uiteindelijk maar je onderwerp des te interessanter, spannender, helderder naar voren komt.

10. Zoek de superlatieven

Zoek de ‘ste’s’ in je onderwerp: de beste anekdote, de ergste kritiek, de mooiste vergelijking, de zwartste bladzijde. Zet jezelf onder druk om net even iets verder te graven: wat is het uiterste wat hierover valt te vertellen? Soms weet je het al binnen een paar seconde, maar net dat moment van doorvragen in jezelf onderscheidt in veel gevallen de matige van de goede schrijver.

Go top