close

Video bij Het vergeten evangelie.

Soms kan in één enkel woordje het belangrijkste worden samengebald wat je moet weten van dit leven. Serieus. Dat kan. Als je iemand ten huwelijk vraagt, hangt ook je hele toekomst af van een enkel woordje.

In het woord ‘evangelie’, want daar gaat het over, komt de hele christelijke boodschap samen. Die komt erop neer dat er een beslissende doorbraak is bereikt in de geschiedenis waardoor het met alles goed kan aflopen. Dus ja, in dat ene woordje zit nogal veel. 

‘Evangelie’ is de vernederlandsing van het Griekse woord ‘ui-angèlion’. ‘Ui’ betekent ‘goed’: nog steeds in Griekenland, als je oké wilt zeggen, dan volstaat ‘ui’. En ‘angèlion’, daarin hoor je nog wel ons ‘engel’ terug en het betekent ‘boodschap’. ‘Ui-angèlion’ is dus ‘goede boodschap’. Het Engelse ‘gospel’ is een vertaling hiervan: dat komt van ‘good spell’, ‘gospel’, goede boodschap. 

*

Jezus gebruikte die term om zijn eigen communicatie te typeren en dat hebben we van hem overgenomen. Maar hoe klonk dat in díe tijd? Waar dachten mensen toen aan? Dan moet je naar hun context kijken. Voor de Joodse toehoorders toen waren dat hun heilige Geschriften en dan de Griekse vertaling ervan, de Septuagint. Op vier plekken staat daar het werkwoord bij ‘ui-angèlion’, ‘goed nieuws brengen’ dus, telkens bij de profeet Jesaja. [40:9, 52:7, 60:6, 61:1] 

Die kondigt daar aan dat de ballingschap binnenkort is afgelopen: een deel van de Israëlieten is in de zesde eeuw naar Babel weggevoerd, ene Kores zal ze uiteindelijk laten terugkeren, en hier profeteert Jesaja daarover. En hij brengt dat niet als een nieuwsberichtje, maar als een epische omwenteling: er komt een periode aan dat God van alle vijanden wint, dat God koning wordt. En als je zegt dat God koning wordt, bedoel je dus zoiets als dat Gods wil gaat gebeuren, dat hij zijn plannen realiseert, dat het kortom helemaal goed komt. 

‘Hoe welkom is de vreugdebode,’ staat er bijvoorbeeld, ‘die over de bergen komt aangesneld, die vrede aankondigt en goed nieuws brengt,’ – daar heb je het werkwoord – ‘die redding aankondigt en tegen Sion zegt: ‘Je God is koning!’’ [Jesaja 52:7]

*

Er zijn in de Joodse Bijbel tientallen teksten die iets dergelijks aankondigen: er komt een periode aan waarin de Israëlieten, en misschien wel alle mensen, werkelijk op hun plek zijn, zich echt thuis voelen, dat eindelijk Gods wil doordringt – God koning is. Regelmatig hoort daar het heel concrete beeld bij dat God de Sion opklimt. Sion is de belangrijkste berg van Jeruzalem, de hoofdstad van Israël, dus het betekent zoiets dat God het hart van het land binnenkomt.

‘Juich, Sion! Jeruzalem, schreeuw het uit van vreugde!’ staat er bijvoorbeeld. ‘Je koning is in aantocht, bekleed met gerechtigheid en zege. Nederig komt hij aanrijden op… het jong van een ezelin. Op die dag brengt God zijn volk als een kudde in veiligheid. Als edelstenen in een kroon fonkelen ze op zijn land. Wat schitterend! Wat mooi! Jonge mannen en vrouwen bloeien op.’ (Zacharia 9:9,16-17)

De Joden in Jezus’ tijd verwachtten dus concreet dat ze zich eindelijk thuis zouden voelen. God zou de vijanden verslaan, alles wat je terneerdrukt zou verdwijnen, het kwaad zou worden opgelost – concreet dachten ze toen aan de Romeinse legers die hun land al een eeuw bezet hielden en gruwelijk uitbuitten. Er zou een troonswisseling komen, God zou in hun plaats koning worden, met een nieuw rijk, gewoon in Israël, waarin een nakomeling van hun grote koning David zou regeren. Die noemden ze vaak de Messias, dat Gezalfde betekent, want koningen worden bij hun aanstelling besprenkeld met olie. En omdat die voluit God gehoorzaamde, werd hij ook wel ‘zoon van God’ genoemd en zijn nieuwe staat ‘koninkrijk van God’. 

Niet alleen in Joodse context kende men ‘ui-angèlion’, ook bij het concurrerende wereldrijk van de Romeinen. Er is bijvoorbeeld een inscriptie gevonden die de verjaardag van eerste keizer herdenkt, Augustus, als letterlijk ‘ui-angèlion’, omdat toen het Romeinse rijk begon, waarmee, zo staat er, ‘vrede en verlossing’ kwam voor ‘alle mensen’, waarna er zelfs een nieuwe jaartelling werd gestart, letterlijk ‘het begin van de wereld’.

‘Ui-angèlion’ is dus een woordje waar men in die tijd meteen allerlei associaties en beelden bij had. Zoals in Nederland wij dat hebben met het woord ‘Koningsdag’: je ziet meteen allerlei plaatjes voor je, iedereen heeft daar wel herinneringen aan en verwachting bij. En bij ‘ui-angèlion’ hoorde de verwachting van een nieuwe tijd, een nieuwe wereld zelfs, waarin eindelijk een rechtvaardige, goede koning zou regeren – en dan hangt het van je overtuiging af, wíe je dan een goede koning vindt: Augustus of… God. 

*

De oudste biografie over Jezus, die Marcus heeft geschreven, opent met de zin: ‘Het begin van het goede nieuws van Jezus, de zoon van God.’ Al die associaties worden nu dus wakker bij de lezers. De zoon van God, de messias dus, die Gods rijk zou stichten – dit boek gaat over hem! En hij heet blijkbaar Jezus. Jèsjoea trouwens in de oorspronkelijke taal, Jozua, die in de oude verhalen uit de Bijbel eerder al Israël had bevrijd van een vreemde onderdrukking… 

En dan een paar regels later, het eerste wat Jezus zegt. Weer ‘ui-angèlion’ en wat is dat dan concreet? Wat is de inhoud van zijn boodschap? ‘De tijd is aangebroken, het koninkrijk van God is nabij: kom tot inkeer en hecht geloof aan dit goede nieuws.’ [Marcus 1:14-15]

Al die verwachtingen die waren opgestapeld in de Joodse Bijbel, die enorme vraag die was opgeworpen – wanneer komt nu eens die Messias, wanneer komt nu die tijd dat God doordringt in dit leven en zijn licht en zijn warmte alles doordrenkt – nú is de tijd, zegt Jezus, het gaat nu echt eindelijk gebeuren. God wordt koning. Gods koningschap – want zo kunt de term ‘Gods koninkrijk’ even goed vertalen – is bijna aangebroken. Binnenkort wordt hij gekroond. Dat is Jezus’ boodschap in één zin: er komt een kosmische troonswisseling aan. 

Wat Jezus zegt is dus zoiets als wat koningin Beatrix op 28 januari 2013 aankondigde, dat er snel een nieuwe koning aan zou komen, namelijk haar zoon Alexander. En dat werd dan dus 30 april van dat jaar. Jezus zegt nu ook dat er een troonswisseling ‘nabij’ is, een kosmische nog wel – maar wanneer gebeurt dan precies en hoe? 

* 

Toen zijn aantreden naderde, heeft onze huidige Nederlandse koning Willem-Alexander enkele interviews gegeven over hoe hij het koningschap wilde invullen, wat er anders zou gaan, wat hij persoonlijk wilde benadrukken. Dat is precies wat Jezus doet als hij gaat rondtrekken. Hij heeft net aangekondigd dat God koning gaat worden en nu gaat hij duidelijk maken hoe dat dan gaat werken.

Bij de eerste preek die we van hem kennen, citeert hij, uiteraard, een van die vier ‘ui-angèlion’-teksten uit Jesaja. Hij leest voor uit een boekrol in de synagoge en zegt: ‘De geest van God rust op mij, want hij heeft mij gezalfd’ – typisch taal voor een Messias, een Gezalfde, maar wat voor Messias wordt hij – dat komt nu: ‘Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft hij mij gezonden,’ – ‘ui-angèlion’ – ‘om aan verslagen harten hoop te bieden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan geketenden hun bevrijding, om een genadejaar van de HEER uit te roepen.’ [Jesaja 61:1-2, Lucas 4:18-19]

En dan stopt hij – midden in een zin. De tekst gaat eigenlijk nog verder met ‘en een dag van wraak voor onze God’, maar dat laat hij dus opvallend genoeg weg. Hoe gaat het koningschap van God eruit zien? Nou, het wordt in elk geval heel concreet, heel aards, mensen gaan genezen, worden vrij, ervaren troost, er is geen wraak meer – en Jezus zal daarin het draaipunt zijn, de doorbraak. 

Ik vraag regelmatig als ik een lezing geef aan de zaal, met meestal de meerderheid christenen die regelmatig de Bijbel lezen, waarvoor Jezus is gekomen. Dan krijg ik allerlei antwoorden, allemaal prima – maar geen enkele is wat Jezus zelf heeft gezegd. Nooit. Dus dan vraag ik door: wat heeft hij er zelf over gezegd? Geen antwoord. Niemand weet het. Niemand van de bijbelvaste christenen weet wat Jezus zélf erover gezegd heeft waarom hij gekomen is! Terwijl, ik bedoel, is er een belangrijkere tekst dan dat? 

‘Om het goede nieuws over het koninkrijk van God te verkondigen – daarvoor ben ik gezonden’ – dát zegt Jezus er zelf over. [Lucas 4:43] En ergens anders begint hij een zin met: ‘Ik ben gekomen om…’ [Johannes 10:10] Hoe gaat die zin verder, vraag ik dan natuurlijk aan de zaal. Serieus, niemand weet het: ‘…om hun het leven te geven in al zijn volheid.’ Het volle leven, het goede leven, bloei, dat komt Jezus brengen. Dat is Gods rijk. Waar Gods warmte, liefde, licht doordringen, daar léven mensen, daar worden ze hun mooiste zelf, daar kunnen ze al hun mogelijkheden onderzoeken. Dát komt Jezus introduceren. 

* 

En dat doet hij op twee manieren: door te informeren en door te stichten. Hij informeert over die nieuwe troonswisseling, hoe dat werkt, hoe dat eruit ziet, enzovoorts, maar hij laat het meteen al gebeuren, op kleine schaal vindt het al plaats. Dat lijkt wel weer een beetje op die tussenmaanden van Willem-Alexander voor zijn kroning: hij vertelde hoe zijn koningschap zou worden, maar dat gebeurde natuurlijk toen ook al een beetje. Zijn stijl was al anders dan dat van zijn moeder. Hij gaf bijvoorbeeld aan dat het informeler zou worden, maar dat merkte je natuurlijk al meteen in hoe hij zich opstelde en met mensen omging.

Jezus vertelt vooral verhalen, gelijkenissen, want het zijn symbolische verhalen – en die beginnen meestal met: ‘Het koninkrijk van God is als…’ en dan komt de vergelijking. Er komt een troonswisseling aan, zegt hij dus telkens, en dat nieuwe koningschap werkt zoals in dit verhaal wat ik nu vertel. Bijvoorbeeld als een mosterdzaadje, iets heel kleins, dat stilletjes gaat woekeren en uiteindelijk heel groot wordt. 

Alleen al doordat hij dat vertelt, verandert het toekomstbeeld van zijn toehoorders en gaan ze zich al anders gedragen natuurlijk. Het blijft dus niet bij woorden. Dat merk je ook in hoe Jezus een soort straattheater doet. Hij voert regelmatig een soort toneelstukjes uit die iets uitdrukken van dat nieuwe rijk. Hij trekt symbolisch de Jordaan door – bij zijn doop – alsof hij een nieuwe Jozua is die op een andere manier Israël verovert. Hij wast de voeten van zijn studenten. Hij veegt het tempelplein leeg. Telkens gebeurt het nieuwe leven al een beetje.

Nog tastbaarder wordt dat bij zijn wonderen. Jezus beloofde bij zijn eerste preek dat mensen vrij zouden worden en getroost – nou, dat zie je gebeuren. Water wordt wijn, visjes en brood vermenigvuldigen zich, hij loopt over water, zieken genezen, demonen vluchten – allemaal verhalen in wezen over hoe dat nieuwe rijk wordt en tegelijk al een beetje dat rijk zelf al.

*

Dat komt allemaal tot een climax in zijn laatste week. Het begint ermee dat hij op een ezeltje gaat zitten, daarmee Jeruzalem binnenrijdt en wordt toegejuicht als… een koning. En dat herkennen we natuurlijk. Hij speelt die oude profetie uit die ik net las. Daarin staat dat God op een ezeltje de Sion bestijgt om koning te worden, en Jezus zegt nu in een zoveelste toneelstukje: ik heb jarenlang aangekondigd dat God ‘bijna’ gekroond wordt – nou, nú dus.

En ik, Jezus, heb daarin een sleutelrol. In de loop van zijn leven blijkt hij dat over zichzelf te begrijpen. Via zijn levensgeschiedenis wordt God gekroond. Hij gaat ook over zichzelf praten als ‘de Mensenzoon’, een figuur uit een van die profetieën [Daniel 7] die bewerkstelligt dat God koning wordt, de Messias, en Jezus aanvaardt nu die cruciale rol. Een van zijn laatste dagen zegt hij zelfs dit, en daarin komt alles bij elkaar:

‘De tijd is gekomen dat de Mensenzoon tot majesteit wordt verheven.’ Oftewel, die ene oude profetie en al die andere, waar ik zonet ook een paar van citeerde – ze komen nú uit. De Mensenzoon, de Messias, wordt nu koning, en omdat hij intens verbonden is met God, doortrokken is van God, wordt God dan dus koning. Wat hij al jaren aankondigde, de kosmische troonswisseling – nu is het zover.

En natuurlijk op die wonderlijke manier die hij in al zijn gelijkenissen, zijn symbolische toneelstukjes, en zijn wonderen steeds uitbeeldde en liet gebeuren: tegendraads, omgekeerd, tegen-intuïtief. ‘Waarachtig, ik verzeker u,’ legt hij het uit, ‘als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt hij veel vrucht.’ Oftewel, het zal gaan zoals met dat mosterdzaadje uit die gelijkenissen die hij vertelde. 

*

Maar hoe dan precies? ‘Wanneer ik van de aarde omhooggeheven word, zal ik iedereen naar mij toe halen.’ En dan legt de Bijbel uit: ‘Daarmee bedoelde hij de wijze waarop hij zou sterven.’ [Johannes 12:23-24, 32-33] Oké, Jezus wordt dus nú koning, en daarmee God, doordat hij van de aarde ‘omhooggeheven’ wordt en dat is tegelijk… hoe hij zal sterven. Wat?! Een kruisiging wordt dat, weten we. En bij een kruisiging word je op de balk gespijkerd of vastgebonden en dan letterlijk opgetild. Maar hij zei net dat hij ook ‘verheven’ wordt tot koning. In de brontekst precies hetzelfde woordje. In het Grieks en het Nederlands kun je ‘verheffen’ letterlijk en figuurlijk gebruiken: letterlijk omhoog getild worden, in dit geval aan een kruis, en figuurlijk verheven zijn, belangrijk worden. 

Het is nogal een woordspel dat Jezus hier doet, maar hij zegt dus: de kruisiging van een mens wordt de kroning van God. Dat is zijn boodschap en daarmee vat je eigenlijk alles samen wat in zijn laatste dagen hier op aarde gebeurt. Er wordt straks een mens doodgemarteld en dat is op de een of andere manier hoe Gods rijk komt. De kruisiging van een mens is de kroning van God. Wat hij al die tijd had aangekondigd, waar de profeten al naar verlangden, waar eigenlijk iedereen naar verlangt: dat God gebeurt, dat God doordringt in deze tijd, de aarde doordrenkt, dat het leven mooi wordt: het mooiste wat je je kunt voorstellen – dat zal gebeuren als… hij wordt geëxecuteerd.

* 

Dat is natuurlijk nogal een tegenstelling, waarover je nooit over bent uitgedacht. In wezen is dit de bron van alle theologie: we hebben ervaren dat de mensheid gered wordt toen Jezus werd gekruisigd. Het allermooiste wordt op de een of andere manier bereikt via het allerergste. Maar hoe kan dat?

Laat ik een suggestie doen hoe dat bij elkaar komt, en daarin volg ik de vroege christelijke denkers uit de oude kerk. Hun idee was dat Jezus’ leven uiteindelijk één grote test was. In de verzoeking in de woestijn gebeurt dat typisch, maar voortdurend wordt hij onder druk gezet. De machten van die tijd, waar alle mensen deel aan hebben, nog steeds, probeerden hem te laten falen. Het is een beetje alsof Willem-Alexander allerlei tegenstanders heeft die alles op alles zetten om te voorkomen dat hij koning wordt. Ze stellen hem vervelende interviewvragen, prikken zijn band lek en uiteindelijk… doden ze hem zelfs. Maar dan blijkt die executie juist de kroning te zijn. 

Hoe kan dat? Alleen als hij juist bij zijn executie de ultieme koning bleek, zich ultiem koninklijk gedroeg. In het geval van Jezus: hij bleef voluit verbonden met God en liet Gods karakter zien, juist toen hij werd doodgemarteld. Zijn tegenstanders zetten alles op alles om hem God te laten loslaten, hij zou terugdeinzen van zijn roeping, hij zou een sneer geven, hij zou bang worden – maar zelfs nog aan het kruis zelf vergeeft hij zijn vijanden expliciet. God is nu definitief in hem doorgedrongen. God is niet uit hem weg te slaan – letterlijk niet. Zelfs in de meest extreme druk leeft hij nog zoals God is, toont hij nog de God die liefde is – God heeft alles in hem te zeggen, God is koning geworden in zijn leven, God is gekroond in zijn geest, anders gezegd: Gods koninkrijk is nu gesticht. Voor het eerst in de geschiedenis is er een plek, Jezus namelijk, die God volledig doordrenkt. 

Dit is de ultieme doorbraak. Vanaf nu kán dat blijkbaar, een soort hemel op aarde. Al die profeten kondigden het aan, alle mensen verlangen ernaar op de een of andere manier, maar Jezus wás nu dus een eenpersoonsparadijs en dan kan er ook een planeetvullend paradijs komen. En dat is nogal ‘goed nieuws’, dat is precies ‘ui-angèlion’, het evangelie. Dit is wat op die oude inscriptie stond over keizer Augustus: ‘vrede en verlossing… voor alle mensen’, waarna er een nieuwe jaartelling werd gestart, zelfs ‘het begin van de wereld’. Bij Augustus lukte het niet – bij niemand is dat gelukt – maar nu wel. Er is een goede wereld waarin iedereen het volle leven kan ervaren en bij Jezus is die al begonnen. Dat is het evangelie volgens de Bijbel.

Go top