close

Openingslezing Studiedag 8 maart 2019

Het is vandaag Internationale Vrouwendag en we zijn hier in de Broederkerk met acht mannelijke sprekers… Hm… 

Dan toch maar iets geëmancipeerds… Mijn vrouw en ik verdelen de zorg over onze peuter zo veel mogelijk. Vandaag heeft zij een mamadag en ik heb morgen en maandag bijvoorbeeld weer papadagen, waarop ik dus geen boeken kan schrijven – wat misschien wel een zegen is voor de mensheid! In elk geval is het een zegen voor mij, omdat, zoals bekend, je meer ván kinderen leert dan zij van jou. 

“Door de mond van kinderen en zuigelingen hebt u zich een loflied laten zingen,” zo staat  er. En misschien heeft God zich ook wel een loflied laten tekenen.

Onze S. was nog geen drie en hij zette een rondje op papier. “Dit is de kindje-O,” legde hij uit. Hij is veel met letters bezig, hij tekende een kleine cirkel, dus ja, logisch: een kindje-O. De middelste op het plaatje, je ziet er ook een soort gezichtje in. Toen tekende hij daar een rondje omheen. “Wat is dat?” vroeg ik. “Dat is de mama-O,” verklaarde hij. Hij tekende vervolgens daar een rondje omheen: “De papa-O.” 

Ik dacht: nu is het wel klaar, maar hij ging verder. Het rondje daar weer omheen, dat was: “De oma-O.” Nog een rondje: “De opa-O.” Toen was het even stil. Er verscheen een nog wat groter rondje, dat hij uitlegde als… “Dat is de Jezus-O.” Hij peinsde even en tekende toen dat laatste rondje om alles heen: “Dat is de God-O.” 

Ik vertel dit verhaal omdat onze peuter op een heel intuïtieve manier aanvoelde waar het in de Christus victor-benadering om gaat. Er zijn allemaal invloeden in ons leven, zo kun je het geabstraheerd uitdrukken, die mama- en papa-O. Die invloeden gaan ver terug en zijn deels onbereikbaar: de oma- en de opa-O. Deze machten in je leven zijn gezond, maar deels ook ongezond en zelfs kwaadaardig. Maar alles wordt omringd door Jezus en God. Er is geen ‘achter’ Jezus, er is geen ‘achter’ God. Zij hebben het eerste woord en het laatste. Zij zijn het eerste woord en het laatste.

Het gesprek over de betekenis van Jezus, in het bijzonder zijn kruisiging en opstanding, leeft. Sinds ongeveer een jaar krijg ik hier dagelijks een mail over en sinds enige maanden twee, drie per dag. Soms kritisch, soms vragend, meestal een bedankje, een bemoediging, een compliment. En dan nog alle reacties op social media, alle recensies van mijn boek. Het duidt erop dat hier echt iets speelt. Gelovigen zoeken dieper inzicht. Ze willen antwoorden. 

Het antwoord waaraan ik mij gecommitteerd heb, een van de vele modellen binnen het orthodoxe christendom, heet Christus victor. De Messias is de overwinnaar. 

De basiselementen staan min of meer in die tekening van S. Er zijn allerlei krachten in ons leven, soms goed, soms kwaad. Maar de goede winnen het niet definitief van de kwade. We proberen van alles – het lukt niet. Daaraan is de eerste helft van mijn boek gewijd.

Maar dan die buitenste cirkels. Interessant genoeg zie je dat onderaan de tekening van S. de lijnen door elkaar lopen. Daar had hij natuurlijk geen bedoeling mee, het paste gewoon niet op het papier, maar wat mij betreft staat het voor de menswording van Gods zoon. Jezus kwam hier, middenin het krachtenveld, en ging het conflict aan en won uiteindelijk de ultieme confrontatie met het kwaad. Hij heeft zich niet met al het kwaad geconfronteerd, hij leefde één leven, maar hij heeft de belangrijkste vertegenwoordigers van het kwaad in die context toen verslagen, niet met geweld, maar met gulle liefde en overvloedig leven. Ze probeerden de liefde uit hem te slaan, maar hij bleef gehoorzaam aan God. Het leek te lukken om het leven uit hem te slaan, maar op de derde dag stond hij, letterlijk en historisch, op uit de dood.

Dit is goed nieuws. Dit is ongelooflijk goed nieuws. Ik ken geen beter nieuws.


Ik ben mij aan dit model gaan committeren om diverse belangen – persoonlijk, pastoraal, missionair, filosofisch, exegetisch – en drie daarvan zijn typisch theologisch van aard. 

Mijn passie voor de Christus victor-benadering is, ten eerste, dat ik hier ten volle kan erkennen hoe Jezus de waarachtige zoon van God is. Niet maar een manifestatie van God, een mededeling, maar een historische verbinding tussen God en de mens. God moest hier gebeuren, doorbreken in onze geschiedenis, niet alleen zijn rijk tonen maar het stichten.

Deze benadering is daarmee door en door christologisch. Als je iets wilt zeggen over de Vader, kijk naar zijn Zoon. Zo Zoon, zo Vader. Met wat verbeeldingskracht drukt de bovenkant van S.’s tekening dat uit: hoe de God-O en de Jezus-O door elkaar lopen. Ik wil niets zeggen over God buiten de Christus om. En een van de beste woorden om zijn houding te typeren is: liefde. En dat is dus ook een van de beste woorden om Gods houding jegens ons te typeren. God is liefde. God ís liefde. Hij is de definitie ervan. Alles in hem is liefde. Dat is mijn tweede belang.

En als derde: wat zou ik over de toekomst kunnen zeggen, over mijn hoop, buiten deze Christus om? Hij heeft geleefd waar wij naartoe gaan. De kruisiging en de opstanding is een soort pre-apocalyps, een mini-apocalyps. Hij is de ‘eersteling’, zoals er staat. Hij hééft nu al het verheerlijkte lichaam, dat wij ooit zullen krijgen. Wat een perspectief!


Ireneüs van Lyon, de eerste grote christelijke denker na Paulus, pakt deze motieven bij elkaar in het woord recapitulatio. Dat is een term uit de retorica die we verrassend genoeg nog steeds kennen, als we wat deftig ‘recapitulerend’ zeggen om aan het eind van een betoog dat samen te vatten. Je hoort er ‘caput’ in, Latijn voor hoofd. Re-capit-uleren betekent ‘herhoofden’, want het hoofd, daar gebeurt het, dat vat het lichaam samen. Christus is het nieuwe hoofd van de geschiedenis. Hij is het grote Kortom. De nieuwe Adam. 

Daarbij kun je ook denken aan dat vreemde fenomeen dat er in musea van die Romeinse beelden kunnen staan zonder hoofd, maar de nek is glad afgesneden. Niet afgebroken dus. Hoe komt dat zo? Wat blijkt, in het Romeinse rijk vielen zo vaak leiders en zelfs goden uit de gratie, dat het wat veel moeite werd telkens het complete standbeeld te vervangen – dan maar alleen de kop. Hier zie je een van de voorbeelden die ook in een klassieke tekst wordt genoemd, waarbij keizer Hadrianus de kop van de god Apollo nota bene heeft laten vervangen door dat van zijn slaaf-minnaar. 

Wat zeg je in zo’n cultuur als je zegt, dat Christus het nieuwe hoofd van de mensheid is? Alles wat ons bepaalt, alles wat ons leven bestuurt, alles wat ons werkelijk in de macht heeft, ons hoofd dus, onze heer, dat is vanaf nu, vanaf Jezus’ kruisiging en opstanding, niet meer de keizer in Rome, maar de Christus. Hij is onze nieuwe gezicht. Hij is onze toekomst. 

Daarom raakt mij de Christus victor-benadering zo. Nu kan ik vol overtuiging zeggen: God zal winnen, want ik zag hem al winnen; de liefde zal winnen, want ik zag die al winnen; het leven zal winnen, want ik zag dat al winnen. De beslissende slag is gestreden, straks komt de definitieve, planeetvullende overwinning. Wat zou ik nog meer willen dan dat? 

Nou, dat het waar is. En, om kort te gaan, ja ook dat nog. Telkens waar je in de Bijbel signaalwoordjes aantreft die aangeven: hier gaat het om, dit is de kern, daar  vind je prompt de Christus victor-gedachte.

Als Jezus zijn eigen missie samenvat, het eerste wat hij zegt in Marcus 1, dan zegt hij: dit is het evangelie, God wordt koning. Ik heb de wereld overwonnen – Johannes 16. Waarom is de zoon van God verschenen? vraagt 1 Johannes 3. Kernvraag van de christelijke theologie en het antwoord is letterlijk: ‘Om de daden van de duivel teniet te doen.’ 

Zo typeert de Bijbel zelf de kern. En zo doet de traditie. Ireneüs denkt van a tot z Christus victor. Athanasius – idem. De Cappadocische vaders – idem. Alle kerkvaders kennen deze gedachte, inclusief uiteraard Augustinus. Dit is hoe de grootste denkers die in tijd en cultuur het dichtst bij de Christus leefden, over hem dachten. Beter dan dit ken ik niet, waarder ook niet. 

Mijn boek is grotendeels gewijd aan deze Christus victor-benadering, op een thetische manier: het is een positieve uiteenzetting van wat het evangelie inhoudt. Ongeveer 5 procent van mijn boek is echter een lange kadertekst die meer dialogisch van aard is: daarin maak ik afwegingen ten opzichte van een van de vele andere benaderingen: ‘verzoening door voldoening’. Echt antithetisch ben ik daar in ongeveer 3 pagina’s en het meeste commentaar krijg ik bij een passage van 4 alinea’s.

Ik zeg dit om de verhoudingen helder te maken. Er zal straks vast kritiek komen op die paar passages in dat bewuste kader, en dat is prima, dat helpt vast om elkaar beter te begrijpen – maar ik heb mijn boek niet geschreven omdat ik ergens tegen ben, maar omdat ik ergens voor ben. Ik ben ergens enthousiast over. En dan wil ik van harte al mijn kaarten op tafel leggen en uitleggen waar ik dan minder enthousiast over ben, maar daar ligt niet mijn passie. 

Maar goed, als we het er toch over hebben… ‘Verzoening door voldoening’ is ontwikkeld in de Middeleeuwen door Anselmus en inmiddels hangt ongeveer 10 á 15 procent van de orthodoxe christenen wereldwijd een versie ervan aan. Ik heb gemerkt dat zij in de praktijk zelden weten dát er überhaupt andere benaderingen zijn – vandaar dat ‘vergeten’ in de titel van mijn boek. 

Dat nieuwere model van Anselmus werkt zo. Wij hebben een bepaalde schuld bij God, maar Jezus heeft die afgelost met zijn bloed. God wil ons straffen, maar Jezus heeft die straf plaatsvervangend gedragen. God heeft zijn woede ontladen op Jezus, die een soort hitteschild is, die tussen ons en God ingesprongen is – en zo ontkomen wij aan Gods toorn.

Nu weet ik dat dit een karikatuur is. Anselmus en veel andere grote jongens waren veel genuanceerder. Maar er zijn honderdduizenden in Nederland die hun geloof wel degelijk zo verwoorden en elke zondag klinkt dit honderden keren van de kansels – ik lees het twee, drie keer per dag in mijn inbox. 

Laten we dus in de discussie nauwkeurig onderscheiden tussen 1) de bijbelse metaforen – als het over offers of vergeving gaat, is dat niet meteen een bewijstekst voor ‘verzoening door voldoening’. 2) de genuanceerde, gestudeerde versies van ‘verzoening door voldoening’ 3) de populaire versies, en 4) de karikaturen. Zonder daarmee de discussie dood te slaan, want er kunnen prachtige nuances ergens ver weg in een boek staan, maar als die in de praktijk zelden worden gebruikt, dan moeten we het toch maar wel een tijdje over de karikaturen hebben.

Want er zijn pittige vragen te stellen bij ‘verzoening door voldoening’. Logisch ook, want 85 á 90 procent van de orthodoxe christenen gelooft iets anders. En hun vragen komen op uit een gelovige, allerminst vrijzinnige, omgang met de Schriften. 

Want Jezus is toch Gods waarachtige zoon, vragen wij. De Vader en de Zoon zijn toch één? Zij staan bij de kruisiging niet tegenover elkaar, alsof de Vader iets moet ontladen op zijn Zoon, alsof deze Zoon gelukkig maar tussen ons en de Vader springt en de klappen voor ons opvangt. Nee, de Zoon is de ultieme uitdrukking van zijn Vader, de doorbraak van God in de geschiedenis, en daarmee van zijn Geest. Dat betekent toch de Drie-eenheid?

En wat zagen wij bij die doorbraak? Een Zoon die gratis vergeeft. Er hoeft niets aan hem betaald te worden. Hij ís liefde. Zie de zondares die zijn voeten wast. Jezus biedt vergeving aan en als iemand berouw heeft, is er vervolgens ook verzoening, een relationeel begrip.

En hoop – het derde belang dat ik noemde. Want hoe kan er hoop zijn, als wij later in de handen vallen van een God die er eerst een dode zoon voor nodig had om ons te vergeven? Hoe kan ik zo’n God ooit vertrouwen? Dat is in mijn mailbox de diepst doorvoelde vraag. Ik snap dat we hier de karikatuur te pakken hebben, maar mensenlief, wat komt deze veel voor en wat wordt deze veel gepreekt. Moet je eerst gered worden uit de handen van God en dan is het goed nieuws dat je vervolgens welkom bent in diezelfde handen? Hoe kun je een God vertrouwen die pas kan vergeven als zijn zoon sterft? 

Dat betekent niet dat ik niets met ‘verzoening door voldoening’ kan. Sterker nog, ik neem het complete model dan niet over – want de kern van het evangelie is in de Bijbel echt wat anders – maar we delen vrijwel alle elementen, in een Christus victor-context uiteraard weer op een andere manier geordend. Alsof ik een puzzel had van iets van 100 stukjes, en het was steeds duwen en drukken om het in elkaar te krijgen, en toen opeens kreeg ik er 900 stukjes bij – van een veel oudere puzzel – en toen pasten die 100 nieuwere naadloos in de grotere context. 

Dus ja: Christus is een offer, hij is de Agnus Dei, want hij wijdde zijn leven volledig aan God en gaf alles aan hem. 

En ja: God oordeelt. Jezus ondergaat dat in samengebalde vorm. Gods oordeel geeft het kwaad tijdelijk speelruimte – zie Romeinen 1 – en daarmee de kans zich op Jezus te storten, maar het wordt zelf geoordeeld en bijt zich stuk. 

En ja: wij zijn ‘gerechtvaardigd door geloof’. Natuurlijk, want wij nemen in geloof Gods aanbod van vergeving aan, en als wij berouw tonen – zoals dat gaat in de Bijbel – dan is er ook verzoening.

En ja: persoonlijke zonden doen ertoe en we moeten van onze schuld jegens God verlost worden, het probleem is zelfs nog groter: er is ook nog systematisch kwaad, natuurlijk en bovennatuurlijk kwaad, waar Jezus ook nog voor is gekomen.

En ja: Jezus redt ons plaatsvervangend, want ongeveer alles wat hij doet, hadden wij eigenlijk moeten doen – zie onze koninklijke opdracht in Genesis 1 – maar wij lieten het na. 

Recapitulerend… 

Wij zijn een kindje-O. Wij worden omringd door mama-O’s en papa-O’s en oma-O’s en opa-O’s. Zij doen prachtige dingen, maar zij kunnen ons niet redden. Maar het goede nieuws is: om alles heen is de Jezus-O en de God-O, en zoals op de tekening onderaan duidelijk wordt, zij doordringen onze geschiedenis.

Jezus is immers Gods waarachtige zoon, die de ultieme liefde leeft en laat doorbreken. Daardoor zien wij gebeuren dat God liefde ís, totale, gulle, overvloedige, gastvrije liefde. Waar wij welkom zijn. Deze nieuwe wereld is al gebeurt en zal uiteindelijk planeetvullend gebeuren.

Dit is goed nieuws. Dit is ongelooflijk goed nieuws. Ik ken geen beter nieuws.

Go top