“Nooit doen mensen zo volledig en opgewekt het kwade, als wanneer ze handelen uit religieuze overtuiging.”
(Blaise Pascal)
“Hij noemde het spirituele oefeningen, maar het was gewoon dwangarbeid, onder het mom van allerlei hoogdravende woorden. Elke dag had hij wel een klusje voor ons, dit schoonmaken, dat repareren, hier even wat kopen, daar even oppassen – en natuurlijk vooral bij hem thuis, want hij was héél druk met de hogere dingen. En dat was dan heel goed voor ons, daardoor kwamen we heel dicht bij God. Het was geen optie om nee te zeggen, dat voelde je gewoon. Ik ben een volwassen man, ik zeg tegen iedereen nee. Maar niet toen, niet daar. Zo raar, ik snap dat nog steeds niet.”
“Ik voel me zo verraden! Ik had makkelijk kunnen studeren, maar de universiteit was foute boel, want ‘evolutie’. Die zouden me indoctrineren en ik zou God kwijtraken en daarmee alles. Dus ik deed maar een opleiding waar ik me kapot verveelde. Ik ben nu in de veertig en eindelijk een studie begonnen waar ik wel tot mijn recht kom, in de avonden, naast mijn werk. Het put me uit, maar ik geniet er ook geweldig van. Het voelt alsof ik zoveel jaren verloren, allemaal maar om die angsten van mijn familie.”
“Het ging stapje voor stapje. Als vrouw van de leider vertrouwde ik haar. Eerst was het samen bidden. Ze legde een arm op mijn schouder. Toen op mijn been. Toen ging ze me masseren, had ze ook nog een of andere vrome tekst bij. En ja, toen kussen. En verder. Toen ik uiteindelijk naar de raad stapte, zeiden die dat ik het wel uitgelokt zou hebben en dat ze beide kanten recht moesten doen en dat we allebei volwassen waren en dat ze neutraal moesten blijven en blablabla.”
“Ik heb eigenlijk een hekel aan mezelf, ik zeg het maar gewoon, het is nooit goed genoeg. Ik haal mezelf steeds omlaag. Ja, je probeert het wel, maar ‘eigenlijk’ bedoel je het verkeerd en is het gewoon eigenbelang. Zo klinkt een soort innerlijke stem. Het heeft jaren therapie gekost om daarin de stem van X te herkennen. Die haalde iedereen omlaag, altijd met heel vrome woorden, soms zelfs tot tranen toe, zijn eigen woorden ontroerden hem blijkbaar fantastisch.”
“Mijn moeder sloeg ons, in mijn herinnering elke dag. Of in elk geval was elke dag wel een van de kinderen aan de beurt, we waren met z’n zevenen. Veels te veel, dat was het probleem, ze kon het helemaal niet aan. En mijn pa zat dan op de boot, bemoeide zich nergens mee. Maar ja, het moest, veel kinderen krijgen, “gaat heen en vermenigvuldigt u” of zo staat er. Eva kreeg ook maar twee kinderen, dat was genoeg, maar nee, wij moesten er zeven. Later hoorde ik dat de huisarts meer kinderen strikt had verboden. Ik denk eigenlijk dat hij zelf een medische reden heeft bedacht, omdat hij wel zag dat ze het psychisch niet aankon, maar alleen iets dat heel officieel klonk, genoeg was.”
Religie maakt meer kapot dan je lief is. Dit zijn maar een paar voorbeelden, ik zou honderden van dit soort verhalen kunnen aanhalen. In het nieuws komen vooral tragedies rondom seksueel misbruik. Nu ik dit schrijf is er een rechtszaak gaande tegen een 72-jarige kungfu-leraar uit Limburg, die een woongroep stichtte waar hij zijn medebewoners en volgelingen stelselmatig intimideerde en aanrandde. In Frankrijk zijn er over de afgelopen zeventig jaar, blijkt uit een recent rapport, honderdduizenden kinderen misbruikt. Soms hoor je over financiële misstanden, een moskeemedewerker die met de kas naar de Malediven vertrekt, een Boeddhistische mediamonnik die soberheid predikt en als miljonair leeft. Maar het meeste leed bereikt de media niet. De angsten die mensen ontwikkelen, de trauma’s die hun leven beperken, de minderwaardigheidsgevoelens, de onvrije relaties die worden gevormd, al de gemiste kansen.
Omdat ik zelf christen ben, hoor ik vooral uit die hoek de verhalen. Soms kun je ze van verre zien aankomen, ik was niet verbaasd toen de megachurch-pastors Mark Driscoll en Carl Lentz van hun podium vielen. Maar de val van Jean Vanier, de oprichter van de Ark-gemeenschappen voor mensen met een handicap, schokte mij bijvoorbeeld zeer. Zijn teksten hadden me geïnspireerd en toen bleek juist hij schuldig aan seksueel misbruik. Dat grote verschil tussen ‘leer’ en ‘leven’, van iemand die al voor zijn dood “een levende heilige’ werd genoemd, is een van de startpunten van dit boek geweest. Hoe kon zoiets gebeuren? Hoe kon dit zo lang in stand blijven?
Religie op zichzelf is te weinig als verklaring. Manipulatie speelt ook veelvuldig buiten de officiële religies. Die genoemde kungfu-leraar is al een grensgeval, evenals bijvoorbeeld Scientology en veel yoga- en tantradocenten die over de schreef gaan. Ze gebruiken spirituele termen en rituelen die ontleend zijn aan de officiële religies, maar presenteren zich vaak als gewone vormen van sport, ontspanning, coaching en therapie. Alle grote religies kennen bovendien hun afgescheiden groepen, die zeer actief werven en enorme aantallen kunnen bereiken. Bij het christendom zijn de Moonies, de Mormonen en de Jehova Getuigen het bekendst, bij de islam zijn de Islamitische Staat en de Ahmadi bekende voorbeelden, bij het hindoeïsme kent iedereen wel de Hare Krishna’s en de aanhangers van de Bhagwan. Zij zien zichzelf als de ware voortzetting van de moederreligie, die hen op hun beurt weer zien als sektes. En dan zijn er nog talloze groepen, bewegingen en organisaties die expliciet niet-religieus of zelfs antireligieus zijn, maar intussen wel religie-achtige taal en methodes volgen en die evenzeer misbruiken. De bekendste voorbeelden zijn wellicht de extravagante popzanger Marilyn Manson en Aubrey de Grey, de wetenschapper die beweert dat hij de eerste mens wordt die de leeftijd van duizend haalt. Meer georganiseerd zijn bijvoorbeeld de flat-earthers, QAnon, antivaxxers en Trump-extremisten.
Geweld, misbruik, manipulatie, giftige relaties zijn algemeen menselijke fenomenen, waarbij grote woorden een versterkende factor vormen. Het is daarom niet verrassend dat juist uit Silicon Valley, met al die technologiebedrijven die beloven de wereld compleet te veranderen, nare berichten komen over manipulatie op de werkvloer. Of dat juist De Grey is gearresteerd, met zijn groteske profetieën. Waar grote beloftes worden gedaan, wordt meer getolereerd en worden eerder grenzen overschreden. En dat is precies de reden waarom religies er ook zo gevoelig voor zijn. Religies zijn gespecialiseerd in grote woorden. En helaas dus ook gespecialiseerd in de ontsporingen van grote woorden.
Daarom richt ik mij in dit boek bewust op de algemene patronen van manipulatie, die binnen alle religies en spirituele groepen gelden en evenzeer daarbuiten. Ik doe dat om jou als lezer zo minder mogelijk druk te laten ervaren. Juist mensen die ongezonde vormen van religie hebben meegemaakt, voelen het haarfijn aan als er zich een zoveelste figuur aandient die toch weer een belang heeft en je ergens van wil overtuigen. Het kan ook bevrijdend zijn als je merkt dat de ‘trucs’ die jouw religieuze autoriteit deed en die heel geestelijk klonken, in wezen overal worden toegepast. Er was niets bijzonders aan, het was gewoon hoe manipulators dat doen. Dat kan eerst ontluisterend zijn, omdat je misschien het gevoel had bij iets unieks te horen, maar later helpt het ook jezelf beter te begrijpen. Je bent gewoon gevallen voor iets waar miljoenen al eerder voor gevallen zijn. Er werden menselijke trucs toegepast en jij hebt op een menselijke manier gereageerd. Daar hoef je jezelf niet voor op de kop te geven.
De principes en de methode die ik in dit boek beschrijf, zijn dus geldig voor religies, hoewel ik voor de voorbeelden vooral put uit de christelijke religie in Nederland. Dat is omdat ik die situaties relatief goed kan inschatten en omdat ik het belangrijk vindt niet naar ‘anderen’ te wijzen. Ik constateer een opvallend piek bij de evangelisch-charismatisch gemeenschappen in ons land, waar ik mijzelf aan verwant voel. Deze lijken relatief kwetsbaar voor manipulatie – in de loop van dit boek wordt duidelijker waarom. Ik vermoed dat ook meespeelt dat ex-evangelischen relatief eenvoudig over misstanden spreken. Vergeleken met bijvoorbeeld mensen die opgroeien in reformatorische, fundamentalistisch-islamitische of streng-hindoestaanse kringen, zijn zij meestal minder via familie, woonomgeving of cultuur aan de gemeenschap gebonden en zijn er dus minder tegenkrachten om hun aanklachten te verstommen.
En deze termen zijn redelijk zwaar, veel ongezonde vormen van religie zijn subtieler. Het gaat dan meer over een schuldgevoel dat je wordt aangepraat, een angst die je vaak voelt, een schaamte die je neerdrukt, waar je misschien niet precies de vinger op kunt leggen, maar die wel verbonden lijkt met een religie. Dit boek behandelt ook de patronen in deze situaties en geeft ook hiervoor adviezen hoe je daarin vrijer en gezonder kunt worden.