13 foutjes in het Kerstverhaal

Iedereen kent het Kerstverhaal, toch?

Simpel, het is hartje winter van het jaar 0, ze moeten van de keizer naar Betlehem, Jozef helpt de hoogzwangere Maria op een ezel en ze vertrekken. Terwijl de vliezen al gebroken zijn, weigeren daar alle herbergiers hen, maar ze vinden gelukkig ergens een stal, waar Maria die nacht nog bevalt: Jezus is geboren! Daar ligt hij, tussen de dieren, en engelen komen langs, een groep herders (nog meer dieren) en dan ook nog drie koningen op kamelen (en het is echt hutjemutje vol). Op zeker 13 punten verschilt dit populaire verhaal van wat er in de Bijbel staat.

1. Was het winter?

Nee, de herders waren buiten, dus het was waarschijnlijk lente.

2. Was dit het jaar 0?

Het jaar 0 bestaat niet eens en koning Herodes stierf al in 4 vóór Christus, terwijl hij later in dit verhaal nog een rol speelt. De meeste deskundigen nemen daarom aan dat Jezus in 5 vóór Christus is geboren; de monnik die onze jaartelling bedacht heeft zich echter ergens een paar jaar vergist.

3. Moesten ze naar Betlehem voor de volkstelling van keizer Augustus?

Ze moesten naar Betlehem én er was een volkstelling. Meer staat er niet in de Bijbel. Het kan dus ook dat ze naar een religieus feest in Jeruzalem gingen en bij familie in het naburige dorpje logeerden.

4. Reed Maria op een ezel naar Betlehem?

Zou kunnen, maar het staat nergens.

5. Weigerden alle herbergiers hen?

Jozef moest naar Betlehem omdat hij daar vandaan kwam, dus er woonde vast nog familie van hem, waar ze konden logeren. Maar ‘er was geen plaats in de kataluma’, de huiskamer die gewoonlijk op de eerste verdieping zat. Dus verhuisden ze voor de bevalling tijdelijk een verdieping lager.

6. Werd Jezus geboren in een stal?

Nee, waarschijnlijk dus op de begane grond van dat huis van Jozefs familieleden. In die tijd konden daar de dieren in en uit lopen en stonden er ook voerbakken. In een schoon exemplaar werd Jezus gewiegd.

7. Waren er dieren bij?

Nou, het was lente, dus de dieren waren vast buiten, en anders zullen Jozef en Maria ze wel hebben weggejaagd.

8. Lag Jezus in een trog?

Het kan, maar hetzelfde woord kun je ook gebruiken voor broodschaal.

9. Beviel Maria diezelfde nacht nog?

Zoveel tijdsdruk was er nu ook weer niet, dus ze logeerden er vast al een tijdje.

10. Zongen de engelen voor de herders?

Het originele woordgebruik suggereert eerder ‘scanderen’ als een peloton soldaten; engelen zijn stoerder dan op de vrome plaatjes.

11. Waren er drie koningen?

De Bijbel gebruikt een woord dat in onze tijd ‘astroloog’ betekent. Er staat nergens hoeveel er kwamen, laat staan dat ze Caspar, Melchior en Baltasar zouden heten. Dat het er drie waren, is onterecht afgeleid van dat ze drie cadeaus gaven: goud, wierook en mirre.

12. Kwamen ze op kamelen?

Kamelen waren in die tijd al wel een populair vervoermiddel, maar de evangelisten noemen ze niet. Wel profeteerde Jesaja eeuwen eerder: ‘Koningen laten zich leiden door jouw licht en stromen naar je toe… Op kamelen komen ze, beladen met wierook en goud…’

13. Was het meteen hutjemutje vol met kraambezoek?

De herders kunnen ook prima overdag zijn gekomen en die astrologen zijn pas maanden later gearriveerd. Veertig dagen na de geboorte reisden Jozef en Maria namelijk nog met hun kindje naar Jeruzalem op en neer (om hem in de tempel op te dragen) en dat zouden ze vast niet hebben gedaan als die astrologen al hadden gehoord van Herodes’ moorddadige plannen en dat hadden doorgeseind.

Vorige
Vorige

‘Koning van de kluts’ van Meindert Talma