Reinier Sonneveld

View Original

De 10 ergste schrijfadviezen

Ik heb nu ruim driehonderd auteurs en sprekers begeleid. Tijd om eens wat adviezen door te geven, om te beginnen de slechtste die ik heb horen langskomen.

1. ‘Gebruik korte zinnen’

De Haarlemmerolie van de amateurschrijver: vierendeel je zinnen en ze komen tot leven. Op z’n allerergst wordt het advies: zet een punt in plaats van elke komma. Het effect is niet een leesbare, spannende tekst, maar een die even onleesbaar en saai is als voorheen en nu bovendien stottert. Het is alsof een seksuoloog aanbeveelt vooral zo kort mogelijk intiem te zijn. Als je tekst niet werkt, moet je geen kortere zinnen schrijven, maar betere.

2. ‘Schrappen, schrappen, schrappen’

‘Ik schrijf je een lange brief, want ik heb geen tijd voor een korte,’ schrijft Blaise Pascal ergens. En inderdaad, beknoptheid is een grote deugd voor een schrijver. Maar het werkt niet andersom: je krijgt geen levendige tekst als je er maar gewoon een paar honderd woorden uit sloopt. Een slordige muur wordt ook niet steviger als je een paar honderd stenen weghaalt. Stephen Kings boeken zijn spannend juist omdat ze zo dik zijn: hij weet de climax zo lang mogelijk uit te stellen.

3. ‘Zorg dat je spelling foutloos is’

Spelling is overrated. Zeker, als je strooit met dt-fouten staat dat amateuristisch. Ram die regel er dus in. Maar de automatische spellingchecks voorkomen het gros van je andere mogelijke missers. Wat er dan nog overblijft, valt de meeste lezers niet op. Als je tijd over hebt, natuurlijk, ga alles nog eens langs. Maar je kunt je maar op één ding tegelijk concentreren. Als je veel bezig bent met spelling, betaal je met inhoudelijke en stilistische kwaliteit.

4. ‘Kill your darlings‘

Het klinkt heel professioneel: schrap juist de zinnetjes die zo prachtig klinken. Laat vooral los waar je aan gehecht bent – het is bijna Boeddhistisch. Het probleem is dat de enige tekst die interessant is om te schrijven én om te lezen, de tekst is waar de schrijver liefde in heeft gestopt. Wie wil nu eten in een restaurant waar de kok verkondigt dat: het lekkerste gooi ik altijd weg?!

5. ‘Schrijf over je trauma’

Het is ongetwijfeld therapeutisch nuttig, daar doe ik niets aan af, maar een goede tekst levert het zelden op. Wie vanuit zijn of haar trauma schrijft, zit meestal nog zozeer ‘in’ de emotie, dat de lezer zich buitengesloten voelt. Het vergt veel vakkennis om werkelijk te communiceren met dergelijke ‘bekentenisliteratuur’ en contact te houden met de lezer. Schrijf liever over iets waar je verstand van hebt en enthousiast over bent.

6. ‘Begin gewoon’

Iedereen hoopt dat hij of zij de Grote Kunstenaar is, die gaat zitten en zonder enige aarzeling de ene na de andere briljante zin schrijft, tot er een geniale tekst ligt. Deze Grote Kunstenaar bestaat niet. Ze doen wel eens alsof, maar dat is alleen omdat een zogenaamde goddelijke vonk beter verkoopt dan zweet. Weet op z’n minst waar je naartoe wilt met je tekst: wat wil je ermee bereiken? Wat is je belangrijkste punt? Als je dat helder hebt, kun je inderdaad gaan schrijven.

7. ‘Houd het persoonlijk’

Persoonlijk ben je in je dagboek. Verder is het prima om hier en daar een eerlijk terzijde of een geinige anekdote over jezelf toe te voegen, maar besef dat iedereen jouw biografie minder interessant vindt dan jijzelf. Mensen lezen je niet voor de ontboezeming, maar om het onderwerp. Elke persoonlijke noot dient hooguit om de herkenbaarheid te verhogen en je band met de lezer te versterken.

8. ‘Geloof in jezelf’

Natuurijk, als je hiermee bedoelt dat je niet moet opgeven: zeker. Maar meestal betekent ‘in jezelf geloven’ zoiets als: luister niet naar kritiek en ga stug door. En dat moet precies niet. Slechte schrijvers vinden hun eerste versie geniaal. Goede schrijvers zijn herschrijvers. Dus nee, geloof niet al te veel in jezelf. Geloof in je onderwerp. Eer je onderwerp. En houd vol.

9. ‘Laat een vriend meelezen’

Of je lief, je vader, je moeder… Zij zijn meestal geen expert en durven niet helemaal eerlijk te zijn – ook al zeggen ze van wel. Ze hebben nu eenmaal wat meer te verliezen dan die ene wat verdere kennis die toevallig wél ervaring heeft. Uiteindelijk gaat het over moed: ben je zo trots op je onderwerp, dat je alles wilt verduren om dat te laten schitteren? Of ben je zo voorzichtig met jezelf, dat je liever iemand laat meelezen waarvan je weet dat die je zal ontzien?

10. ‘Kom onder de mensen’

Wie met een laptop in een café zit, schrijft niet echt maar doet alsof. Geinig voor je imago, maar dodelijk voor je tekst. Woorden hebben stilte nodig. Zet dus ook je smartphone uit en ga niet op internet. Je hebt minstens een kwartier concentratie nodig om werkelijk ergens ‘in’ te komen. Als gerinkel achter de bar of een piepje van je smartphone je daar telkens uithaalt, blijf je aan de oppervlakte.