Zo kun je uittreders bijstaan
Mijn boek Reli detox is vooral gericht op mensen die zelf in een giftige groep zaten of nog zitten, maar misschien denk jij dan eerder aan anderen en wil je hen bijstaan. Hier enkele adviezen:
Blijf verbinding houden. Dat is het belangrijkste. Houd tot het uiterste contact. Misschien is het op een laag pitje, maar laat zo mogelijk met enige regelmatig iets van je horen. Vertel dat je ze mist, dat je huis altijd voor ze open is, dat je ze graag spreekt. Zeg niet alleen dat die ander ‘je altijd mag bellen’ of iets dergelijks, maar laat ook zelf iets van je horen.
Als het lastig is contact te houden, zorg dat die ander in elk geval nog contactgegevens heeft, zoals je woonadres, een telefoonnummer en een mailadres.
Probeer het niet alleen te doen. Overleg met andere mensen in de omgeving van de mogelijke uittreder en bespreek de kwestie ook met je eigen sociale contacten.
Praat ook over koetjes en kalfjes en ‘gewone’ dingen. Als je vaak in nare discussies belandt over religieuze zaken, kan het helpen dat je voor een periode daarop een embargo zet. Wees hier voorzichtig mee, want het kan leiden tot een taboe waar je niet meer vanaf komt. Maar het kan nuttig zijn als gezamenlijke en tijdelijke afspraak – waarbij je het liefst een concrete termijn afspreekt – met als doel dat je in verbinding blijft.
Luister. Niet in alle gevallen is het zo erg als je vreest. En ook al is het zo erg, die ander is daar niet altijd van overtuigd en moet in elk geval ervaren dat jij echt hebt geluisterd en begrijpt wat hij of zij beweegt.
Veroordeel niet. De ander is niet dom of slecht. Iedereen kan erin trappen. Wees dan ook voorzichtig met je oordelen over de manipulator(s). Je gesprekspartner voelt waarschijnlijk nog enige mate van loyaliteit richting diegene en jouw oordelen kunnen jullie van elkaar vervreemden en het vertrouwen van die ander laten slinken.
Zet geen druk. Spreek je kalm en vriendelijk uit over wat je denkt wat er mis is met de manipulatie. Maar beschuldig daarin zo min mogelijk en zet weinig emoties in. Wees vooral voorzichtig met woede. Discussies hebben meestal weinig zin. Uit je genegenheid, liefde en compassie voor de ander, spreek je zorgen uit, benadruk hoe belangrijk diegene voor je is en behandel die ander als volwassene, niet als kind.
Blijf zelf alert op een ‘messiascomplex’. Eerder besprak ik de Redder en Aanklager (bladzijde ???). De verleiding voor buitenstaanders is die rollen aan te nemen. Sta niet boven de ander, maar naast diegene. Je maakt allebei fouten, je weet allemaal heel veel niet, je kunt ook allebei heel veel wel. Behandel de ander als een volwassene. Een kenmerk van een ongezonde ‘heldenrol’ is dat je liever niet anderen inschakelt. Een ander signaal is als bekenden aan je vragen of je niet te ver gaat.
Schakel in zware gevallen instanties in. Een absolute grens is fysieke bedreiging, maar er zijn ook veel andere ‘grijze’ gevallen waarin hulp belangrijk is. Zoek op internet de geschikte wegen hiervoor op. Er zijn ook diverse hulplijnen waar je anoniem en zonder verplichtingen advies kunt inwinnen. Probeer die ander zo veel mogelijk te betrekken bij je keuzes hierin, maar soms is het beter tijdelijk niet het achterste van je tong te laten zien. Overleg hierover met de instanties en deskundige hulpverleners.
Leg een dossier aan. Bewaar appjes, mailtjes en brieven die je hebt gekregen, noteer kernpunten van gesprekken die je hebt gehad. Vraag dit, als dit gepast is, ook aan degene in nood.
Doe niet mee aan de ‘spelletjes’ van geheimhouding. Iemand is gewend dat er veel onder pet blijft en heeft allerlei redenen voor taboes, vaak onbewust, maar als buitenstaander is het belangrijk daar geen onderdeel van te worden. Beloof alleen in hoge uitzondering strikte geheimhouding. Geef liever aan dat je uiterst zorgvuldig omgaat met wat je wordt verteld en handel daar natuurlijk ook naar, maar je moet vrij blijven om bijvoorbeeld instanties te raadplegen of te waarschuwen.
Spreek een noodcode af. Misschien heeft de ander aangegeven dat er sprake is van mishandeling of misbruik of misschien vermoed je het alleen maar. Het kan zijn dat de manipulator vaak in het zicht of gehoor is en je contact niet vrijuit kan spreken. Je kunt dan op een verholen moment een code afspreken dat die ander kan communiceren als hij of zij hulp zoekt. Dat kan door een appje, een briefje in de jas, een brief door de bus, misschien zelfs een sticker of veel papier op straat. Het kan ook een zinnetje zijn, “het gaat binnenkort regenen”, wat dan ook. Dit is het internationale signaal om aan te geven dat je in een situatie van huiselijk geweld zit: naar de ontvanger gericht, je duim in je handpalm, vervolgens je vingers eroverheen, eventueel herhaal je dit:
Blijf benadrukken dat die ander altijd bij je welkom is. Diegene heeft vaak een TINA-gevoel, There Is No Alternative en blijft daarom hangen in een giftige situatie. Jij kan dat alternatief zijn, het vangnet als diegene inderdaad uittreedt.
Activeer anderen om ook verbinding te zoeken of te blijven houden. Je kunt zo een soort ‘ring’ vormen om diegene, waardoor die nog meer het besef heeft dat er een leven buiten de groep mogelijk is en een zogezegd TAPA-besef kan ontwikkelen: There Are Plenty Alternatives. Sociale contacten zijn hoop.
Wees het vangnet als de ander inderdaad uittreedt. Het kan betekenen dat je regelmatig belt of fysiek afspreekt, het kan ook betekenen dat die ander een tijdje bij je logeert. Je hebt hierin je grenzen, maar besef tegelijk dat dit waarschijnlijk het mooiste is wat je die ander kan bieden.