Om te beginnen, bijna iedereen die in God gelooft, gelooft ook in een soort hel. En de hel is dan een situatie na de dood waar een bepaalde groep zal lijden om wat ze verkeerd hebben gedaan.

De reden voor dit geloof is dat het heel oneerlijk zou zijn om mensen wel te laten voortleven maar bepaalde verkeerde daden niet te veroordelen. In dit leven hebben we gevangenisstraffen, taakstraffen, therapieën, van alles om recht te doen, en dat is allemaal beperkt, maar er zitten goede ideeën achter, en wie in God gelooft, gaat er vanuit dat een God later op een niet-beperkte manier ook echt recht zal laten geschieden.

Of er een hel is, is dus voor de meeste gelovigen niet de vraag. Die is er namelijk volgens hen. De vraag is om welke groep mensen het gaat en hoe lang zij zullen lijden.

De twee grote partijen in deze discussie zijn infernalisten en universalisten. Infernalisten zeggen: de hel duurt eeuwig, het is een definitieve scheiding tussen twee groepen mensen, waarbij een groep voor altijd bij God leeft en de andere voorgoed is afgesloten en geen enkele kans meer maakt op herstel. Universalisten geloven dat de hel tijdelijk is: een gezamenlijke weg van loutering, die uiteindelijk leidt tot verzoening en genezing.

Waar precies de grens ligt tussen beide groepen is nu niet het belangrijkste. Infernalisten stellen meestal dat het gaat om geloof, maar veel zeggen ook dat het gaat om daden. Universalisten geloven minder in überhaupt die scheiding en zeggen meestal dat iedereen een vorm van loutering moet doormaken, want iedereen heeft een schuld tegenover andere mensen en wonden die anderen hen hebben aangedaan.

Hét grote discussiepunt is dus hoe lang de hel duurt. Eeuwig of tijdelijk. Laat ik onderzoeken wat de Bijbel daarover zegt.

De teksten dat alle mensen worden gered

In het Joodse deel van de Bijbel, de Tenach, staat niet veel over een hiernamaals. Het belangrijkste zijn 21 passages waarin wordt voorspeld dat later, in een nieuwe tijd, alle volken zullen samenstromen op de heilige berg Sion in Jeruzalem, God zal hen daar beoordelen en uiteindelijk zullen ze in vrede samenleven.

De bekendste passage is uit Jesaja (2:4): alle volken zullen samenstromen en ‘zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegijzers en hun speren tot snoeimessen. Geen volk zal meer het zwaard trekken tegen een ander volk, geen mens zal nog weten wat oorlog is.’ En dan volgt er een groot ‘feestmaal’ voor ‘alle volken’ (25:6-9)

Het christelijke deel van de Bijbel bouwt hier duidelijk op voort. ‘[Jezus] is het die verzoening brengt voor onze zonden, en niet alleen voor die van ons, maar voor de zonden van de hele wereld.’ (1 Johannes 2:2) ‘God is de redder van alle mensen, in het bijzonder de gelovigen.’ (1 Timoteüs 4:10) En ‘alles en iedereen’ zal uiteindelijk God prijzen (Openbaring 5:13)

Zo zijn er in totaal 23 passages in het Nieuwe Testament die overduidelijk stellen dat alle mensen uiteindelijk worden gered (o.a. Johannes 4:42; 12:32; Romeinen 5:18; 1 Korintiërs 15:20-28; Efeziërs 1:9-10; Kolossenzen 1:15-28; 1 Johannes 4:14).

Dit zijn passages die niet zijn te relativeren. Het is onmogelijk om te zeggen dat ‘alle mensen’ eigenlijk niet ‘alle mensen’ betekent, zeker niet als een paar woorden ervoor staat dat ‘alle mensen zullen sterven’. Lees met een open blik eens dat God ‘een redder is van alle mensen – in het bijzonder de gelovigen’. Het gaat overduidelijk niet alleen om een beperkte groep, maar echt om iedereen.

Je merkt dit ook als Jezus over ‘Gehenna’ spreekt, het woord dat vroeger wel met ‘hel’ werd vertaald (tegenwoordig komt dit woord in bijbelvertalingen niet meer voor). Dit woord slaat op een vallei ten zuiden van de binnenstad van Jeruzalem en had in zijn tijd al een bijbetekenis als plek van het laatste oordeel. De meeste orthodoxe Joden geloven dat de onrechtvaardigen daar één jaar zullen worden gestraft. En ook Jezus, die een paar keer pittig over oordeel spreekt, veronderstelt dat je gewoon uit deze Gehenna kunt (o.a. Matteüs 5:26; 18:30,34).

De vier lastige teksten

Toch zijn er een paar teksten die met een vlugge blik lastig lijken. Het gaat dan niet om de teksten waarin God oordeelt of straft, want dat gelooft bijna iedereen, daarin ligt niet de discussie tussen infernalisten en universalisten. Het zijn vier passages waarin die straf wel degelijk eindeloos lijkt (Matteüs 25:46; 2 Tessalonicenzen 1:9; Openbaring 14:9-11; 20:12-15).

Als je niet gelooft dat de Bijbel tegenstrijdig is, weet je dan dus eigenlijk al dat dit alleen zo lijkt. Er zijn 21 teksten in de Tenach die suggereren dat iedereen wordt gered, 23 teksten in het Nieuwe Testament die dat overduidelijk leren, dus dan kunnen die 4 teksten die dat lijken te ontkennen, dat alleen schijnbaar doen. Anders zou de Bijbel ronduit tegenstrijdig zijn.

En als je deze teksten preciezer leest, blijkt dat inderdaad ook zo te zijn. Veel hangt af van het woordje dat vaak in bijbelvertalingen staat als ‘eeuwig’. Joden geloven traditioneel in een toekomstige עוֹלָם, ‘olam’, zoals het in het Hebreeuws klinkt, een tijdperk van vrede. Die volgens de meeste Joden eeuwig duurt, maar dat is niet de directe betekenis van dat woordje. Het is zoiets als tijdperk, eeuw, lange periode.

In het Grieks van het Nieuwe Testament werd dit begrip vertaald als αἰών, ‘aion’, wat ongeveer hetzelfde betekent. Jezus heeft het dan ook vaak over de ‘komende aion’, de komende eeuw, staat er dan vaak in vertalingen: het komende tijdperk van vrede. Die, nogmaals, eindeloos duurt, maar dat zit niet in dat woordje zelf, dat druk je met andere woorden uit. De hemel wordt op die manier bijvoorbeeld wel degelijk regelmatig ‘eeuwig’ en ‘eindeloos’ genoemd.

De discussie gaat over een afleiding van dit woordje: αἰώνιος, ‘aionios’. Dit staat in bijbelvertalingen vaak als ‘eeuwig’, maar dat betekent het eenvoudigweg volgens taalkundigen niet. Het betekent: ‘wat hoort bij de aion’, ‘wat betrekking heeft op het tijdperk’. Oftewel, je kunt het beter vertalen als ‘eeuws’.

In twee van de vier genoemde passages gaat het over Gods oordeel of Gods straf ‘aionios’ (Matteüs 25:46; 2 Tessalonicenzen 1:9). Veel bijbelvertalingen hebben daar dan ‘eeuwig oordeel’, maar het betekent dus: ‘het oordeel dat hoort bij de aion, bij het komende tijdperk’. Er staat ‘het komende eeuwse oordeel’. En zoals een zeventiende-eeuws schilderij niet betekent dat het zeventien eeuwen oud is, gaat ‘het komende eeuwse oordeel’ ook niet over hoe lang dat oordeel duurt, maar wanneer het plaatsvindt.

De twee kleurrijkste passages over de hel in de Bijbel staat in het boek Openbaring. Daar worden grote groepen mensen in een vuurpoel gegooid. Maar lees het nauwkeurig. Er staat alleen dat de ‘rook opstijgt tot in alle eeuwigheden’, niet dat de mensen daar ook voortdurend blijven. Als de gevangenis eeuwig blijft, betekent dat niet dat de gevangen daar ook eeuwig zitten. Dat blijkt ook een paar verzen later, waarin juist deze onrechtvaardigen uit de vuurpoel zijn en God uitbundig prijzen (15:4; 21:24-26).

De enige keer dat het over een soort hemelpoort gaat in de Bijbel, zijn dat er twaalf en staan ze altijd open (Openbaring 21:24-26). De mensen buiten kunnen gewoon naar binnen, ze kunnen zich bekeren (22:14) en krijgen daar genezing (22:2).

Kortom…

Dit is in het kort wat de Bijbel zegt over de hel. Het is een plek waar mensen tijdelijk verblijven, maar waar ze uit kunnen:

‘U bent een bouwwerk van God [en] niemand kan een ander fundament leggen dan er al ligt – Jezus Christus zelf. Of er op dat fundament nu verder wordt gebouwd met goud, zilver en edelstenen of met hout, hooi en stro, van ieders werk zal duidelijk worden wat het waard is. Op de dag van het oordeel zal dat blijken, want dan zal het door vuur aan het licht worden gebracht. Het vuur zal laten zien wat ieders werk waard is. Wanneer iemands bouwwerk blijft staan, zal hij worden beloond. Wanneer het verbrandt, zal hij daarvoor de prijs betalen; hijzelf zal echter worden gered, maar door het vuur heen.’ (1 Korintiërs 3:9-15)

Dat beeld past heel goed bij wat de Bijbel verder verteld over God. God is extreem rechtvaardig, vertelt de Bijbel bijvoorbeeld. En het past bij rechtvaardigheid om misdadigers niet met hun misdaden te laten wegkomen, zoals ook overal in de Bijbel duidelijk wordt, maar eeuwige straf is dan volledig buiten proportie, dat is helemaal niet rechtvaardig.

God is extreem vergevingsgezind, zegt de Bijbel ook, en hij heeft zijn vijanden lief. Welnu, bij vergevingsgezindheid en liefde hoort dat mensen wellicht boete moeten doen, maar daarbij past op geen enkele manier een eindeloze straf.

En zo vertelt de Bijbel een heel helder, samenhangend beeld over God en de toekomst van alle mensen. Uiteindelijk komt alles met iedereen goed. Dat kan niet anders, want God is ermee bezig en God ontneemt niemand alle kansen en schrijft niemand definitief af.

Vorige
Vorige

Kunnen we na onze dood nog groeien?

Volgende
Volgende

7 misverstanden over universalisme